Interview – Inspirerende vrouw van eigen bodem

26-09-2024

Interview

Inspirerende vrouw van eigen bodem

Het jaarthema 2024 van Soroptimistclub De Bilt-Bilthoven is ‘Inspirerende vrouwen’. Die vind je niet alleen in de politiek, wetenschap of de media, maar ook dichtbij: bijna 45 jaar geleden was Tjitske Maarsingh betrokken bij de oprichting van de club. De jongere leden bewonderen haar om haar verdraagzaamheid, interesse in mensen en niet-aflatende behoefte om anderen te helpen.



    Benieuwd naar verschillende beroepen

    Tjitske is in de archieven gedoken. “Op 12 februari 1979 was ik er voor het eerst bij. Twee Soroptimisten die naar onze gemeente verhuisden, waren verbaasd dat in De Bilt geen Soroptimistclub was en zijn daarom gestart met het opzetten van een nieuwe club. Ik had geen idee wat het Soroptimisme inhield en dacht: heel interessant. Ik was benieuwd naar de verschillende beroepen.”

    De samenstelling van de nieuwe club was inderdaad gemêleerd, zoals eigenlijk alle clubs. Tjitske: “Zes beroepsgroepen moesten allemaal vertegenwoordigd zijn in een club, met minimaal twintig werkende leden in de leeftijd van 21 tot 70 jaar. Daarnaast kon een club ook nog seniorleden hebben en buitengewone leden die geen inkomen hadden uit werk, maar die een speciale functie hadden, zoals de vrouw van de burgemeester.”

    Zelf was Tjitske arts bij dagverblijven voor mensen met een verstandelijke beperking. Ze vindt het helemaal niet zo knap van zichzelf dat ze in die tijd werkte terwijl ze kinderen had. “Ik werkte niet full time en deed het vooral omdat ik het leuk vond en om bij te blijven in mijn vakgebied. Tegenwoordig zijn vrouwen bijna overbelast, doordat ze werk en gezin moeten combineren en soms ook nog de zorg voor hun ouders erbij hebben. Ik noem ze de ‘sandwichgeneratie’.”

    Sorrenlied

    Het voortraject voor het oprichten van de Soroptimistclub in de gemeente De Bilt duurde ruim een jaar. “De selectie was streng: iedereen moest worden voorgedragen door tenminste twee leden”, vertelt Tjitske. Op 26 april 1980 werd Club De Bilt-Bilthoven geïnstalleerd.

    Voor de inauguratie in de kapel van het Berg en Bosch ziekenhuis was door creatievelingen een lied gecomponeerd. Het eerste couplet en refrein luidde als volgt: ‘Willen wij vandaag bewijzen dat we echte Sorren zijn, mogen wij toch nooit vergeten dat we er voor anderen zijn. Als we uitgaan van dit credo, als we helpen waar het hoort, zijn we Sorren in de goede zin van ’t woord. Je kunt het worden en het leren, het nooit zijn, maar wel proberen. Optimist is optimeren.’ Daarna kreeg dit ‘Sorrenlied’ ook landelijke bekendheid en is het, met een iets andere tekst, zelfs een tijdje gebruikt bij bijeenkomsten van de landelijke Unie.

    Vanzelfsprekend steunde club De Bilt-Bilthoven goede doelen. Tjitske is het allereerste project van club altijd bijgebleven. “Dat ging over analfabetisme in Nederland en heette ‘Wie A zegt, moet ook B zeggen’. Heel leuk dat we dit jaar weer een project gekozen hebben dat het lezen bevordert, al richt My Book Buddy zich op het buitenland.”

    Er voor elkaar zijn

    Nog steeds geniet Tjitske bijna maandelijks van de bijeenkomsten van de club. “Ik luister en denk: o wat een goed idee. Of ik lees iets en realiseer me: daar kan ik iets mee. Ik heb ook wel gebruik gemaakt van het netwerk dat Soroptimisten bieden en van hun kennis. Bij de Soroptimisten vul je elkaar aan: de een kan dit en de ander dat. Dat vind ik zo leuk. Toch weet je vaak niet écht wat iemand doet. Daar zou ik dan wel meer van willen horen.”

    Tjitske is sinds jaar en dag lid van de commissie Lief en Leed. Wanneer een clublid slecht of juist goed nieuws heeft gekregen, gaat Tjitske langs met een bloemetje. “Voor mij is de service binnen de eigen kring heel belangrijk aan het lidmaatschap. Er voor elkaar zijn.”

    Juist dat persoonlijke aspect maakt dat er voor Tjitske een natuurlijk maximum is aan de groepsgrootte van een club. “Het is wel fijn om mensen echt te kennen.” Op de suggestie dat Tjitske een van de leden is die het snelst op persoonlijk vlak met mensen communiceert, zegt ze: “Ja dat zou wel eens kunnen, en dat ligt mij ook het beste. Ik kan heel slecht tegen onderlinge wrevel. Mensen oordelen vaak zo snel. Als je iemand beter kent, begrijp je hem of haar ook beter.”

    “Dat blijft wel”

    Wat hoopt Tjitske voor de club in de toekomst? Weer komt in haar antwoord haar voorkeur voor lokaal en individueel contact bovendrijven. “We doen eigenlijk weinig met clubs in de omgeving. Destijds was er bijvoorbeeld jaarlijks een vergadering samen met een andere club. Dat was leuk én leerzaam. En we hebben verschillende friendshiplinks gehad. Ik heb daar tot op de dag van vandaag een dierbaar contact aan overgehouden.”

    En of het Soroptimisme de tand des tijds zal doorstaan? Vrolijk: “O, dat blijft wel.” Tjitske vraagt zich alleen hardop af hoe het zal gaan als de organisatie ooit mannen zou gaan toelaten, bijvoorbeeld omdat dat moet volgens wetgeving. “In onze naam zit het woord ‘zusters’ verwerkt.” Lachend: “Dat mogen jullie oplossen.”