GROEI & BLOEI!

GROEI & BLOEI!

Het thema van clubjaar 2020-2021 door presidente Edith Koetsier

“Groei en Bloei, staat voor vrijwel alles wat ik waardevol vind en wat mij blij maakt, privé en in mijn werk voor mijzelf en voor anderen en dus ook binnen  onze club. Groeien impliceert dat je beter en sterker wordt in iets, stap voor stap. Het betekent ook hard werken. Daarna volgt de bloei, je ziet het resultaat van je inspanningen, het straalt van je af. Het is een continu proces; er is altijd iets waarin je verder kunt groeien. “Groei en Bloei” is dan ook een uitstekend thema voor het clubjaar 2020-2021”.

En toen kwam Covid-19.  Zorg en verwarring overheerste. Aan groei en bloei kwam abrupt een einde. De fysieke clubavonden, de deelname als gastvrouwen in het Alzheimercafé, De GoudenSTEM, De Haarlemse Hofjesbridge, alle initiatieven, waarin club Haarlem elkaar  vond, vielen weg. Toch moesten we verder, individueel, samen en als club. Een aantal leden leerden Zoomen, iets wat ze nooit voor mogelijk hadden gehouden, De Buitendag en de uitreiking van de Carla Atzema prijs vonden doorgang in een totaal andere vorm. Een snelle actie voor een telefonische hulplijn in Rwanda werd in allerijl succesvol gestart. Als club Haarlem toonden we ons vindingrijk en bleken flexibeler en creatiever dan ooit.

Inmiddels zijn we de eerste schok te boven, maar de onzekerheid blijft. Wat ook blijft, is de wetenschap dat we als club samen flexibel en creatief zijn en oog hebben voor elkaar. Dit zullen we komend jaar hard nodig hebben om te blijven groeien en bloeien.

Met het programma voor komend jaar volgt een  kennismaking met verschillende ideeën over groei, in verleden en heden, met veel ruimte voor eigen inbreng. Groeien doet een ieder zelf, niemand anders kan dat voor je doen. We dagen als club elkaar  uit om  zelf een doel te stellen – hoe bescheiden ook – en dat in de loop van het jaar te realiseren.

In 2021 bestaat club Haarlem 90 jaar. We vieren ons 18e lustrum, een prachtig kroonjaar.Friedrich Nietzsche schreef in 1888 al: “Was mich nicht umbringt, macht mich stärker”, beter bekend als What doesn’t kill me, makes me stronger.” Waarbij hij niet bedoelde dat al het leed resulteert in iets goeds, maar suggereerde dat je tegenslag als een kans kan zien om ‘sterker te worden’.