Verhalenpalet aflevering 2: Arja van Veldhuizen (60)

Verhalenpalet aflevering 2: Arja van Veldhuizen (60)

Onze projectenOns nieuws

Arja van Veldhuizen, 60 jaar, woont met haar partner in Utrecht

1,5 M MUSEUM? ZONDER DIVERSE GROEPEN BEZOEKERS BEN JE ELITE SPORT AAN HET WORDEN

Ongepland beroep

‘Aan het eind van de middelbare school wist ik totaal niet wat ik wilde doen. Waarom de wereld er zo uitziet intrigeerde mij. Ik ging sociale geografie studeren met als afstudeerrichting educatie, maar in plaats van voor de klas te gaan staan ben ik als stagiaire in het Tropenmuseum beland. Ik onderzocht daar of de vormgeving de doelen van een tentoonstelling ondersteunt en of die overeenkomen met de ervaringen van de bezoekers. Al snel bleek dat niet het geval te zijn. Ik was toen nog niet van plan in de museumwereld te blijven werken, maar kort na mijn afstuderen werd ik gevraagd om colleges Museologie in Nijmegen te geven. Vervolgens heb ik gesolliciteerd bij het Amsterdam Museum. Daar werkte ik op een educatieproject voor VMBO-leerlingen.

Als ik mijn beroep moet omschrijven dan zeg ik: ik ben museumeducator.’

Museumplafond

‘In de museumwereld werken veel vrouwen; mannen zitten traditioneel aan de top. Op een gegeven moment kun je in het museum niet doorgroeien: mensen zien jou zoals je nu bent en kijken niet naar wat je kan worden. Een collega uit Oostenrijk heeft onderzoek gedaan naar de arbeidspositie van de museumeducatoren. De resultaten waren schokkend. In vergelijking met andere vakgebieden zit een educator, meestal een vrouw, in de freelance sector. Hij/zij verdient weinig en staat als eerste op straat als het financieel moeilijk wordt.

In Amsterdam heb ik negen jaar lang een eenjarig contract gehad… Na 18 jaar, toen het duidelijk werd dat ik daar niet kon doorgroeien, ben ik elders gaan solliciteren. Twee jaar geleden ben ik directeur geworden van Stadsmuseum Woerden. Diverse lijnen van mijn loopbaan kwamen daar samen: educatie, erfgoed en mensen. Daarnaast ben ik ZZP-er op het gebied van cultuur, erfgoed en educatie en al lang actief in de internationale museumvereniging ICOM. Ik doceer het vak erfgoededucatie bij de Reinwardt Academie als gastdocent.’

Met de voeten in de klei

‘Veel collega’s vonden het raar dat ik in een klein museum in Woerden ging werken, maar ik wilde iets doen voor de samenleving, wat ook lokale waarde heeft. Het museum bevindt zich in een prachtig pand, in het oude stadhuis van Woerden. Daar sta je met je voeten in de klei. Iedere dag moet je jezelf opnieuw uitvinden. Je hebt slechts 1,5 fte, je werkt met 50 vrijwilligers en je moet echt alles zelf kunnen, van een lange-termijn visie ontwikkelen, met de burgemeester praten en de pers te woord staan, tot aan het bestellen van een nieuwe WC-bril toe.’

Helemaal sluiten was geen optie

‘Op 12 maart moesten we opeens nadenken wat het voor het museum betekent om dicht te zijn. Geen van de collega’s had hier ervaring mee. De grote musea hebben bijna al het personeel naar huis gestuurd en zijn alleen nog met de beveiliging verder gegaan. Wij hebben geen afdeling beveiliging en op dat moment ook nog geen ICT-omgeving die geschikt is om thuis te kunnen werken. Ik besloot dat er elke dag even iemand in het museum moest zijn. Mijn collega en ik gingen twee dagen per week op 1,5 m afstand in het museum werken. Voor ons kantoortje is dit geen centimeter te veel… Op alle andere dagen kwam er een vrijwilliger kijken of alles er nog staat en om de klimaatcondities van de zalen te noteren.’

Een bliksemactie

‘Oorspronkelijk zou een week na de sluiting een nieuwe tentoonstelling opengaan. Tijdens de lockdown hebben we de bestaande tentoonstelling afgebroken en de nieuwe opgebouwd. De nieuwe tentoonstelling ‘Jong en Bevrijd’ gaat over persoonlijke verhalen uit de tweede wereldoorlog, verteld door mensen die tijdens de bevrijding jong waren. We besloten al snel het roer om te gooien en de tentoonstelling online beschikbaar te maken. Ongekend! Binnen twee weken was het lesmateriaal ontwikkeld en stond de tentoonstelling online. Dit was heel inspirerend. We werken voor dit project samen met Stadsmuseum Rhenen, Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU) en fotograaf Winfried Leeman. Toen we de tentoonstelling online hadden gezet, vroegen we onszelf wel af: komt er straks nog iemand als we weer open gaan?’

1,5 meter museum

‘Ons museum is ongelofelijk klein, maar we moesten aan het landelijke museumprotocol van de museumvereniging voldoen, dat in samenwerking met o.m. het Rijksmuseum en de Efteling tot stand is gekomen. Voor de kleine musea is dit vergelijkbaar met ‘een IKEA-protocol voor een buurtwinkel’, aldus een collega. De schaal is totaal anders!’

Geen reuring – geen motivatie

‘In ons museum werken 50 vrijwilligers, voornamelijk 65+-ers. Opeens waren ze hun vrijwilligerswerk kwijt. We vroegen ons af hoe ze betrokken konden blijven, dus we gingen hen bellen. Dat doe je niet ‘even’. In het begin was het: ‘het gaat goed’, ‘ik blijf thuis’. Maar bij de tweede belronde ben ik best geschrokken. Een aantal van hen begon depressief te worden. Dat waren diegenen die nog maar paar maanden geleden de participatiesamenleving droegen. Die mensen waren in het groen, in de zorg en in de cultuur aan het werk en vonden daar veel vervulling. Maar nu zaten ze thuis; ze durfden de deur niet uit en kregen alsmaar te horen dat ze een risicofactor voor de samenleving zijn. Je schrikt daarvan, want opeens realiseer je je dat als je 70+ bent, je overbodig bent geworden en eigenlijk zelfs een last voor de samenleving.

Toen we weer open mochten, durfde een kleine helft van hen terug te komen. In het protocol van de landelijke museumvereniging stond dat je 70+ers actief moest afraden om terug te komen. Maar vanwege die telefoonronde dacht ik: ik ga dat gewoon niet doen. Dus we hebben naar formuleringen gezocht die mensen niet zouden ontmoedigen. We zeiden: ‘We hebben het museum zo veilig mogelijk gemaakt, kom maar een keer kijken of je je prettig voelt…’. Mijn grootste zorg ligt nu bij de motivatie van de vrijwilligers. Zonder bezoekers is er geen reuring, en dat schaadt de motivatie van de vrijwilligers.’

Geen elitesport worden

‘Sinds 12 juni zijn we weer open.

Inclusiviteitsdoelstellingen kunnen we nu niet waarmaken. De mensen die niet makkelijk naar de musea komen, komen meestal groepsgewijs en dat kan nu niet. We kunnen geen rondleidingen houden of taalgroepen ontvangen; de bijeenkomsten voor mensen met dementie liggen ook stil. Als je dit niet doet, ben je voordat je het weet ‘elite sport aan het worden’. Je wilt laagdrempelig zijn en dat kan nu dus niet.’

Coronalessen: leren leven met onzekerheid

‘Ik vind het intrigerend dat Nederland zo geneigd is om in kengetallen en resultaatafspraken te denken. Ik heb vaak gezien dat mensen toeleven naar het behalen van een resultaat en daarmee aan hun interne driver voorbijschieten.

Dat management-denken botst enorm met onze ervaring gedurende de Coronatijd. Nu moeten we leren omgaan met onzekerheid, met het feit dat wij de geplande resultaten niet kunnen garanderen. Laat je niet slechts door de getallen verleiden! En ondanks alles, blijf doen wat je leuk vindt om te doen!’

Andere afleveringen van het Verhalenpalet vind je hier