Verhalenpalet aflevering 4: Tineke Booi (65)

Verhalenpalet aflevering 4: Tineke Booi (65)

Onze projectenOns nieuws

Tineke Booi, 65 jaar, woont met haar partner in Driebergen

ALS VROUW MOET JE WERKEN AAN JE ZELFVERTROUWEN EN AAN HET LEF

Een loopbaan in vogelvlucht

‘Ik ben in een vrij rood nest opgevoed. Mijn vader heeft altijd gezegd: “Je moet zorgen dat je je eigen broek op kan houden.” Na de middelbare school heb ik de sociale academie gedaan, de opleiding personeelswerk en arbeidsverhoudingen. Het laatste jaar was ik bezig met manifestaties voor studentenhuisvesting. Er was toen een groot tekort aan woonruimte omdat je de eerste twee grote migratiegolven kreeg, en in de jaren 70-80 kwam er een grote golf echtscheidingen. Ik werd gevraagd om te solliciteren bij de Landelijke Organisatie Belangengroepen Huisvesting. Zo ben ik de volkshuisvesting ingerold. We richtten ons op jongerenhuisvesting en huisvesting voor alleenstaanden en tweepersoons huishoudens. Daarna werkte ik 7 jaar bij het Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting (Aedes), en later bij de Werkgroep ‘2duizend’, een onderzoeks- en innovatiebureau voor volkshuisvesting. Daar werd ik eerst coördinator van de afdeling Wonen en later directeur-bestuurder. Ik werkte 13 jaar in de directeursfunctie, de laatste 5 jaar samen met een collega, omdat de organisatie groeide en het als meewerkend voorvrouw te zwaar werd. We hadden in die tijd medewerkers-zelfbestuur wat we hebben omgevormd naar een BV met aandelenparticipatie. Later ben ik met mijn eigen adviespraktijk begonnen. Met drie collega’s, ieder met eigen expertise, vormen we de netwerkorganisatie ORKA-advies.’

Je moet geen token worden van emancipatie

‘Toen ik in de volkshuisvesting begon was ik de enige vrouw, behalve op de onderzoeksafdeling. Je moet je voorstellen, zo’n 150 mannen en 5 vrouwen, en natuurlijk heel veel secretaresses.

Wat ik toen geleerd heb is dat je moet zorgen dat je niet een token wordt, een uithangbord.

Je moest je verantwoorden voor je uren. Je kreeg staten; daar stond bovenaan ‘manuren’. Ik schrapte dat consequent door en maakte er ‘werkuren’ van. Wat veel erger was dat ik als vrouw en 21-jarige geen pensioen mocht opbouwen. Het kon pas als je 35 was, want dan zou je vermoedelijk niet meer trouwen, dus dan was je gewoon een oude vrijster. Maar voor die tijd kon je nog altijd aan de man komen; en dan zorgt die man voor jou. Samen met een vrouwelijke collega zijn we toen met een rechtszaak begonnen, en die rechtszaak is doorgezet tot aan het Europese Hof. Daar zijn we in het gelijk gesteld. Alle vrouwen in alle banen in heel Nederland moesten – ook met terugwerkende kracht – pensioen op kunnen bouwen vanaf start loopbaan.’

Alle ogen gericht op Kwatta

‘Ik ben een van de jongste vrouwelijke directeuren geweest. Toen ik net benoemd was, was er een receptie met allerlei hoge heren. En toen ik binnenkwam waren alle ogen gericht op Kwatta. Dit klink nu raar, maar je was de enige vrouw die de groep binnen kwam. Ik had er niet zoveel last daarvan. Opmerkingen negeerde ik. Ik registreerde ze wel maar ging gewoon door, en redelijk snel stopte het. Iemand heeft ooit gezegd: ‘Dit kwam omdat je altijd op de inhoud inging.’ Dat heb je dan waarschijnlijk als vrouw. Je hebt meteen een inhoudelijke discussie en dan gaat het ergens over.’

Blijf-van-mijn-lijfhuis

‘Het was tijdens mijn eerste baan dat ik met deze vrouwen kennis maakte. Je moet het ervaren om te weten hoe het is om in een blijf-van-mijn-lijfhuis te zitten. Ik interviewde die vrouwen en zag die ongelijkheid. Je vraagt je af waarom een vrouw naar die etterbak teruggaat? Dat is omdat er geen perspectief is op een baan of op een huis. En als je lang in zo’n huis zit dan word je het zat en dan ga je terug. Er zijn onvoldoende randvoorwaarden om ze te helpen.’

Vrouwen in de woonruimteverdeling

‘Als vrouwen getrouwd waren, konden ze zich tot eind jaren tachtig niet als woningzoekende inschrijven. Als je ging scheiden of het ging fout, dan kreeg je man alle punten mee en moest je zelf onderaan beginnen. Met een aantal vriendinnen hebben we een congres georganiseerd over vrouwen in de woonruimteverdeling, vrouwen als woningzoekenden. En tot mijn verbazing kwamen er ruim 100 mensen op af, veel vrouwen, beleidsmakers… Zo kwam de discussie op gang.’

De keuken op de eerste verdieping?

‘Ik ben ook lang adviseur geweest bij de stichting experimenten volkshuisvesting. Ze hadden een aparte groep ‘Vrouwen in de volkshuisvesting’. Die moest bijvoorbeeld zorgen dat er meer vrouwen in besturen van woningcorporaties kwamen.

Je had ook in die tijd de Vrouwen Advies Commissie. Die gaven bouwers en opdrachtgevers advies hoe je een woning praktisch en gebruiksvriendelijk ontwerpt. In die tijd had je weinig vrouwelijke architecten; vorm ging boven functie. De mannen moesten leren nadenken over hoe jij met twee kinderen en een volle tas boodschappen binnen komt en hoe je de keuken bereikt, en hoe je je eigen ruimte inricht…. Alleen een mannelijke architect kon verzinnen om de keuken op de eerste verdieping te plaatsen…’

Vrouwen en kwaliteit van werk

‘Tijdens mijn werk groeide het besef dat een discussie over de gelijkheid van vrouwen gevoerd moet worden.

Toen ik directeur van Werkgroep ‘2duizend’ werd heb ik voor twee dingen gezorgd. Ten eerste heb ik gezegd: “Het maakt me niet uit wanneer je werkt. Je moet zorgen dat je aan de opdrachtgever binnen de afgesproken tijd en conform offerte levert wat je beloofd hebt.” Ons adviesbedrijf was erg gewild bij vrouwen die flexibel werkten. Alleen de kwaliteit van het werk was belangrijk.

Ten tweede heb ik gezegd dat ik op zoek ben naar vrouwen. Ik hoorde: “Dit kan niet, het gaat om kwaliteit…” Ik: “Ja, het gaat om kwaliteit. Hebben vrouwen dan geen kwaliteit? Als wij advertenties plaatsen, dan zeven we eerst de vrouwen uit en kijken we wat voor kwaliteit er in zit. En als die goed is dan nemen we een vrouw.”

Meer vrouwen in de top is noblesse oblige

‘Ik wilde meer vrouwen binnen volkshuisvesting zien, want ik was maar een van de weinige vrouwen. Ik was de eerste bestuursvoorzitter, het eerste vrouwelijke lid in een raad van commissarissen, de eerste voorzitter van een raad van commissarissen. Dat heb ik altijd naast mijn werk gedaan om in de maatschappij te participeren. Als we meer vrouwen op topposities willen hebben, is de enige mogelijkheid een voorrangsbeleid. Dus als je zo’n positie hebt bereikt, zorg je daarvoor.

Deze discussie komt alsmaar terug. Kijk naar het vrouwenquotum op de TU Eindhoven. Waarom wordt er weer over het quotum gediscussieerd? Het is nog steeds de enige manier om meer vrouwen in de top te kunnen krijgen. Ik vind wel dat als je als vrouw hoog in de boom komt te zitten, het noblesse oblige is om te zorgen dat jouw organisatie voor vrouwen openstaat. Hetzelfde geldt overigens voor de nationaliteit. Als je wil dat je een gekleurde organisatie wordt, dan moet je zorgen dat je daarop werft. Je laat het niet afhangen van willekeurige advertenties. Je maakt gerichte keuzes en je stuurt erop.’

Verhalen van 1 km dijk en zover je kunt kijken

‘Ik ga nu richting pensioen, maar dat wil niet zeggen dat ik niet meer wil werken. Ik ben bezig met projecten op het gebied van cultuur, natuur en erfgoed.

Ik maak me zorgen over de ontwikkelingen in het buitengebied. De oude boerenbedrijven vallen weg en nieuwe, met innovatieve visies voor de toekomst, zie je weinig.

Veel weilanden worden dicht gepland met zonnepanelen. De klimaatdoelen zijn voor mij heel erg belangrijk, maar je moet goed je afwegingen maken. De beleidsmakers moeten begrijpen wat voor gebied het is. Dat kun je het beste doen door verhalen te vertellen over de mensen die er wonen. Daarom zijn we begonnen met het project ‘Verhalen van 1 km dijk en zover je kunt kijken’, tussen kasteel Sterkenburg tot landgoed Beverweerd. We zijn bezig er een documentaireserie over te maken. We nodigen ook politici uit, mensen van het Hoogheemraadschap, de provincie, de gemeente Bunnik en de Utrechtse Heuvelrug. We praten met mensen die er werken: de hoogstambrigade, de vrijwilligersgroep van de knotwilgen, de rentmeester die het landgoed beheert, de landschapscoördinator. We hebben contact met WUR en UU. We maken er een boek over, een fotowedstrijd, een kunstproject – alles wat kan helpen. Dus ik ben nog niet klaar met werken. Het kost veel energie om subsidie voor het project te krijgen, maar het is moeite waard.’

A room of your own

‘Tegen de jonge vrouwen zeg ik: het is leuk als je naast je studie maatschappelijk actief bent, bijvoorbeeld in een bestuur zit of politiek actief bent. Het verrijkt je ervaring en telt mee op je CV.

Ten tweede: jonge vrouwen moeten werken aan hun zelfvertrouwen. Vrijwilligerswerk helpt. Als je daarin actief bent en je ziet dat dingen lukken dan groeit ook je zelfvertrouwen.

Ten derde: zorg dat je niet te snel afhaakt. Je moet voor jezelf kunnen opkomen. Lees eens Virginia Woolf’s ‘A Room of One’s Own’.

En zorg dat je economisch onafhankelijk blijft. Klaar.’