Op 29 oktober vorig jaar, kort na de bloedige aanslagen van 7 oktober en het extreme geweld dat hier weer op volgde, kwamen duizenden vrouwen naar Amsterdam om gehoor te geven aan een oproep van de initiatiefnemers van ‘De Vredeswandeling’ – een groep vrouwen met verschillende achtergronden ‘die zeker niet over alles hetzelfde denken’ maar elkaar vinden ‘in onze wens voor verbinding, compassie en medemenselijkheid’. Met het meedoen aan de wandeling spraken de vrouwen zich uit tegen de ontmenselijking die gaande is in Israël en Palestina. De mars, die eindigde met het gezamenlijk zingen van John Lennons ‘All we are saying is give peace a chance’ op het Museumplein, kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Het borduurde voort op een initiatief van een groep Palestijnse Vrouwen, Women of the Sun, en een groep Israëlische vrouwen, Women Wage Peace, die vlak vóór de aanslag nog bij elkaar waren gekomen om hun regeringsleiders op te roepen een einde te maken aan de eeuwige strijd tussen Israël en Palestina. Hun lied ‘Prayer of the mothers’, geschreven door Yael Deckelbaum en gezongen in Ivriet, Arabisch en Engels, ging de wereld over en liet weinig mensen onberoerd (ga het vooral luisteren!).
‘Meer nog dan in vredestijd moeten we in tijden van heftige conflicten, waarin we overspoeld worden met gruwelijke beelden, blijven benadrukken waar we als mensen goed in zijn.’ |
Belangrijke initiatieven
Met alles wat er ná die vredeswandeling nog is gebeurd, is het makkelijk om cynisch te worden over dit soort initiatieven. Heeft het enige zin gehad? Maar volgens Inge Marit Wielinga Pols, mediator en betrokken bij diverse vrouweninitiatieven om vrede te bevorderen, moeten we niet te snel dit soort conclusies trekken. “Friedrich Glasl, de Oostenrijkse conflictonderzoeker die bekend is geworden met de escalatietrap (een model dat conflicten goed in kaart brengt en ook helpt ontmantelen, ME), benadrukt dat juist dit soort menselijke initiatieven ontzettend belangrijk zijn”, zegt ze. “Meer nog dan in vredestijd moeten we in tijden van heftige conflicten, waarin we overspoeld worden met gruwelijke beelden, blijven benadrukken waar we als mensen goed in zijn. Het tonen van medeleven door het meelopen met vredesmarsen, maar ook kunst en muziek doen dat bij uitstek.”
“Gelukkig zijn er veel mensen die dit inzien” zegt Wielinga Pols. “Er zijn talloze prachtige voorbeelden van dit soort initiatieven.” Ze noemt de Joods Russische celliste Maya Fridman die in november vorig jaar nog een vredesconcert organiseerde in het Concertgebouw en dat presenteerde met de van oorsprong Iranese Percussionist en pianist Farid Sheek. “Het was niet alleen mooi, ontroerend en verbindend maar leverde ook nog een flink bedrag op waarmee slachtoffers in Israël en Gaza geholpen kunnen worden.”
Resolutie 1325
Inge Marit vindt dat we als vrouwen bewuster moeten zijn van wat we kunnen bijdragen aan het tot stand komen van vrede. Ze wijst op ‘resolutie 1325’ die de VN-Veiligheidsraad in 2000 unaniem heeft aangenomen. Hierin worden de VN-lidstaten opgeroepen de nodige stappen te ondernemen om de deelname van vrouwen aan vredes- en veiligheidsprocessen te versterken en vrouwen en meisjes te beschermen tegen geweld voor, tijdens en na een conflict. “Dit is een erkenning van het feit dat de stem van de vrouw door de geschiedenis heen veel te veel is weggemoffeld als het gaat om de verslaglegging van oorlogen. En dat die stem wel degelijk een verschil kan maken”, zegt Wielinga Pols. Ze haalt een recent toneelstuk aan waarin de Trojaanse oorlog wordt bekeken vanuit de ogen van de vrouwen: ‘Women of Troy’. “Dat is helemaal in lijn met deze resolutie. De strekking is dat als de verhalen van soldatenmoeders leidend zouden zijn geweest in de geschiedschrijving, de kans bijzonder klein zou zijn dat er nu nog oorlog zou worden gevoerd.”
Kritiek van mannen
Inge Marit wijst in hetzelfde kader op Bertha von Suttner, de vredesactivist, Nobelprijswinnaar en feminist die in 1889 het boek ‘Die Waffen nieder’ schreef. In dit boek beschrijft de Oostenrijkse gravin de verschrikkingen van een oorlog vanuit de ogen van de moeders en echtgenotes. Ze doet gedetailleerd verslag van de verhalen die ze optekende uit de monden van slachtoffers en chirurgen op het slagveld en die zij als verpleegkundige zelf heeft ervaren. “Door dit heel precies te beschrijven, hoopte ze mensen te overtuigen dat oorlogen zelden overeenkomen met de heroïsche verhalen die we aan elkaar doorvertellen op school, in geschiedenisboeken en in de kranten,” zegt Wielinga Pols. Het boek kreeg veel lof maar ook veel kritiek. Met name van mannen uit de hoge kringen waarin Von Suttner verkeerde – haar vader was generaal. Zij stelden dat het allemaal wel leuk en aardig was wat Von Suttner beschreef maar dat vrouwen dit soort ingewikkelde oorlogsaangelegenheden nou eenmaal niet begrepen.
‘Zoals (bijna) altijd wordt de macht en kracht van vrouwen gruwelijk onderschat zo blijkt ook uit de recente geschiedenis.’ |
En zoals (bijna) altijd wordt de macht en kracht van vrouwen daarmee weer gruwelijk onderschat, zo blijkt ook uit de recente geschiedenis. Inge Marit wijst op de ‘Mars voor leven en medeleven’ die werd georganiseerd door het comité van Russische soldatenmoeders halverwege de jaren ’90 ten tijde van de eerste Tsjetsjeense oorlog. “Die moeders trokken naar het front om hun krijgsgevangen zonen op te halen. Dat werkte heel goed; kort daarna kwam de oorlog ten einde.”
In de huidige oorlog tussen Rusland en Oekraïne maakt Olena Zelenska, de vrouw van Volodymyr Zelensky goed gebruik van de kracht van deze moeders. Zo wordt er nu via Telegram een spotje verspreid in Rusland waarin de soldatenmoeders eerst de gruwelijke beelden van de oorlog te zien krijgen en dan de tekst ‘vind de jouwe’ en een telefoonnummer. Vrouwen die bellen krijgen een Oekraïense vrouw aan de lijn die sust en zegt dat ze hun krijgsgevangen zonen altijd in Kiev kunnen komen ophalen. Zo ontstaat er verbinding, en hopelijk terugkeer, zo is de gedachte. “Poetin is bang voor die soldatenmoeders,” zegt Wielinga Pols. “Laten we dat niet vergeten, en ze de aandacht geven die ze verdienen. Meer in zijn algemeenheid vind ik, dat we alle vrouwen die zich inzetten voor vrede moeten blijven aanmoedigen en steunen. En niet vergeten dat ieder initiatief, hoe klein ook, zin heeft.”