De IND oordeelt dat bepaalde Afghaanse vrouwen zich kunnen ‘aanpassen’ aan het Taliban-bewind omdat ze niet ‘westers’ genoeg zouden zijn. Een 79-jarige vrouw wordt voor uitzetting aangewezen omdat ze ‘niet verwesterd’ zou zijn. Een 59-jarige vrouw moet terug omdat ze vooral huishoudelijk werk deed.
Demissionair minister David van Weel (VVD) bekleedt twee ministersposten. Als minister van Asiel en Migratie is hij eindverantwoordelijk voor het IND-beleid. Als minister van Buitenlandse Zaken vertegenwoordigt hij Nederland in de procedure tegen Afghanistan bij het Internationaal Gerechtshof wegens schending van het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW). In die laatste rol noemde het kabinet de situatie van Afghaanse vrouwen ‘hartverscheurend’. Deze beleidslijnen staan lijnrecht tegenover elkaar.
Waarom is dit discriminatie?
De IND past een discriminerend criterium toe door te beoordelen of vrouwen ‘westers’ zijn. Vrouwen die zich al conformeerden aan onderdrukking worden geacht dit te kunnen blijven doen. Eerdere onderdrukking wordt zo gebruikt als argument voor toekomstige onderdrukking. Bovendien miskent dit beleid dat terugkerende vrouwen extra risico lopen onder het Taliban-regime, juist omdat zij als ‘verwesterd’ worden gezien.
Het CEDAW-verdrag definieert discriminatie als elk onderscheid, elke uitsluiting of beperking op basis van geslacht die mensenrechten en fundamentele vrijheden van vrouwen aantast. Precies dat gebeurt in Afghanistan systematisch.
Het Europese Hof van Justitie oordeelde in 2024 dat de discriminatie van vrouwen onder de Taliban zo extreem is dat deze als vervolging geldt. VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en mensenrechtenorganisaties spreken van genderapartheid. Vrouwen zijn vrijwel volledig uitgesloten van het openbare leven.
Nederland kan niet geloofwaardig optreden tegen discriminatie van vrouwen in Afghanistan terwijl het tegelijkertijd vrouwen aan dat regime overlevert.
Door vrouwen terug te sturen naar Afghanistan wekt de Nederlandse overheid bovendien de indruk dat het Taliban-regime een zekere legitimiteit bezit — en dat haar behandeling van vrouwen als aanvaardbare realiteit kan worden beschouwd, ondanks het feit dat vrouwen daar geen toegang hebben tot onderwijs, werk, gezondheidszorg of bewegingsvrijheid. Dit ondermijnt internationale inspanningen om het systeem van genderonderdrukking en genderapartheid te veroordelen.
De Unie van Soroptimistclubs wijst erop dat:
* Het Verdrag van Istanbul (sinds 1 maart 2016 van kracht voor Nederland) stelt dat geweld tegen vrouwen een vorm van discriminatie is en een schending van mensenrechten. Het verdrag verplicht de overheid vrouwen te beschermen die risico lopen op gendergerelateerd geweld. Het terugsturen van vrouwen naar een regime waar sprake is van genderapartheid schendt deze verdragsverplichting.
* De Rechtbank Den Haag heeft de IND teruggefloten in het geval van de 79-jarige vrouw, maar de dienst gaat desondanks in hoger beroep.
Wij roepen op tot:
* het niet terugsturen van Afghaanse vrouwen naar Afghanistan;
* het herzien van het huidige beleid zodat het in lijn is met internationale verplichtingen onder het CEDAW- en Istanbulverdrag;
* het actief uitspreken van de Nederlandse regering tegen de normalisering van genderapartheid in Afghanistan.
Bescherming van vrouwenrechten stopt niet bij de grens.
Petitie
Bij Amnesty International kun je een petitie tekenen die oproept om deze beslissing te herzien. Zullen we die tekenen en delen, samen met ons statement?
Teken hier.
